Gelet op de aangetroffen bodemopbouw komt alleen een fundering op palen in aanmerking. In overleg met de constructeur is ervoor gekozen om zowel een fundering op prefab betonpalen als op grondverdringende, in de grond gevormde palen volgens het systeem vibro nader uit te werken, waarbij na verder onderzoek, advies en engineering uiteindelijk is gekozen voor vibropalen.
Volgens de verstrekte gegevens zijn op korte afstand van de nieuwe paalfundering geen bestaande funderingen aanwezig. De trillingen ten gevolge van het heiwerk kunnen mogelijk hinder en beïnvloeding van de omgeving opleveren. Gezien de aanwezigheid van bestaande bebouwing wordt aanbevolen trillingen te monitoren tijdens de uitvoering van het heiwerk.
De vibropalen dienen te worden geïnstalleerd door een hierin gespecialiseerd en gerenommeerd bedrijf. Het inbrengen van de stalen buis dient bij voorkeur te worden uitgevoerd met een regelbaar heimiddel.
Bij verschillen in inheiniveau dient van laag naar hoog te worden geheid, zodat een betere controle op het heiwerk mogelijk is.
Teneinde voldoende inzicht te verkrijgen in de opbouw van het paaldraagvermogen en de overgangen in de niveaus tussen de sonderingen is het noodzakelijk dat de kalenderwaarde wordt vastgelegd in de funderingszandlaag vanaf de bovenkant van het positieve kleeftraject. Als het basisniveau is bereikt moet bij iedere paal een controle plaatsvinden op waterindringing in de buis. De wapeningskorf moet voldoende sterkte en stijfheid hebben zodat hij zonder blijvende vervorming kan worden getransporteerd en ingehangen. De buis dient tot boven het maaiveld te worden gevuld met plastische beton.
Vooral bij langere wapeningslengtes moet rekening worden gehouden met een afname van de betondruk aan de onderzijde van de buis. Tijdens het trekken is een voldoende uitstroomdruk in de funderingszandlaag belangrijk om te voldoen aan de uitgangspunten van het grondmechanisch draagvermogen. Tijdens het trekken van de buis moet worden gecontroleerd of het nettendraad strak blijft staan. Het bijvullen van het beton mag alleen plaatsvinden zolang onderkant buis nog in de funderingszandlaag hangt. Het is van belang dat de treksnelheid is afgestemd op de uitstroomsnelheid van het beton, teneinde de kans op insnoeringen te beperken. Het lager afstorten dan tot het werkniveau is niet toegestaan.
Tijdens het maken van nieuwe palen en het manoeuvreren met de heistelling moet het betonniveau van nog niet uitgeharde palen in de omgeving goed worden bewaakt.